|
Eén-akter
in drie Tonelen
Tweede
Toneel
In een ruime kamer, in
het huis van Daland. Mary, de voedster van Senta, is met de meisjes aan
het spinnen. Senta zit in een oude leunstoel en staart dromerig naar een
schilderij van een bleke man met een donkere baard in zwarte kleding.
Mary en de meisjes plagen haar met haar vriend Erik, een jager, die wel
jaloers zal zijn op de bleke man in het schilderij. Senta is geërgerd
door het geplaag, en vraagt Mary de ballade van de man in het
schilderij, 'der Fliegende Holländer', te zingen. Als Mary weigert,
zingt Senta zelf de ballade, terwijl de meisjes luisteren.
|
|
|
|
Eens
in de zeven jaar |
|
Legende van 'der Fliegende Holländer':
"Eens wilde een Hollandse kapitein om een kaap zeilen, echter een boze wind en woedende storm verhinderden dit. Hij zwoer, om tot in eeuwigheid niet af te laten de kaap te ronden. Satan, die deze eed hoorde, hield de Hollander aan zijn woord en voor altijd is hij gedoemd te zwerven over de wereldzeeën. Een Engel Gods heeft bedongen dat hij verlossing kan vinden, indien een vrouw hem eeuwige trouw belooft. Eens in de zeven jaar gaat hij aan land, om een vrouw te vinden, die deze gelofte wil doen en hem aldus door haar liefde zal verlossen."
Plotseling springt Senta begeesterd uit haar stoel en zegt dat zij het is, die hem door eeuwige trouw verlossing zal schenken. Dan komt Erik binnen met de boodschap dat het schip met Daland en de mannen in zicht is. In grote opwinding bereiden Mary en de meisjes de ontvangst voor. Als Senta ook wil gaan, houdt Erik haar tegen en vraagt gekweld wanneer ze erin toestemt zijn vrouw te worden. Erik zegt te lijden onder haar besluiteloosheid. Senta laat hem het portret van de Hollander zien en zegt: 'Wat kan jouw lijden zijn, in vergelijking met het lijden van deze man'. Erik ziet het portret van de zeeman en hij herinnert zich zijn droom, die hij aan Senta verteld:
Erik's droom:
"Ik lag dromend op een hoge rots met onder mij de uitgestrekte zee. Ik kon de branding horen terwijl een vreemd schip twee mannen aan land bracht. In de ene man herkende ik jouw vader, de andere man is de bleke zeeman van het schilderij. Jij (Senta) kwam uit huis gevlogen om je vader te begroeten, toen je de vreemdeling zag viel je aan zijn voeten, en samen met hem vluchtte je weg over de zee."
Senta's reactie is, dat zij met de Hollander te gronde moet gaan. Vol afschuw verlaat Erik de kamer.
|
|
|
Even later gaat de deur open en komen Daland en de Hollander binnen, Senta slaakt een kreet van verrassing en blijft geband staan zonder haar ogen van de Hollander af te wenden. Daland verteld wie de vreemdeling is en dat hij vele schatten bezit. Met instemming van Senta zou hij haar graag aan de vreemdeling uithuwelijken. Daland merkt dat zijn dochter en de Hollander enkel oog hebben voor elkaar en laat beiden alleen.
Diep aangedaan, verbreekt de Hollander als eerste de stilte en vraagt Senta of zij haar vaders belofte waar wil maken. Senta antwoordt bevestigend en zegt dat ze hem trouw zal zijn tot in de dood. De Hollander dankt Senta met de woorden, dat hij in haar zijn Engel van Verlossing heeft gevonden. Daland komt weer binnen en vraagt of er een verlovingsfeest kan plaats vinden, waarop Senta en de Hollander met ernstige beslotenheid antwoorden elkaar trouw te hebben beloofd. |
|
|
|
|
Engel
der Verlossing |
Naar Boven
|
|