|
Tweede Akte
Eerste Toneel (2e
akte)
De avond valt in het
oude Neurenberg. David
sluit de luiken van het huis van Hans Sachs, de andere leerjongens doen
dit bij de andere huizen. Ondertussen zingen ze opgewonden over de
feestdag van morgen. Magdalene vraagt David hoe het de jonge ridder is
vergaan bij het proefzingen, waarop David het slechte nieuws vertelt;
Walther's lied kon geen goedkeuring vinden bij de Meesterzangers. De
leerjongens plagen David met zijn liefde voor Magdalene, tot Hans Sachs
David de werkplaats instuurt met de opdracht nieuwe schoenen op de leest
te zetten.
Tweede Toneel (2e
akte)
|
|
Eva Pogner en haar
vader komen terug van een avondwandeling. Veit Pogner wil een gesprek
met Hans Sachs, maar ziet er toch weer vanaf, hij is verward van alle
gebeurtenissen die dag. Pogner vraagt aan zijn dochter of ze gelukkig is
nu ze morgen haar echtgenoot mag kiezen. Eva vraagt of het een
Meesterzanger moet zijn, Pogner antwoordt bevestigend, maar wel een
Meesterzanger van haar eigen keus. Wanneer haar vader het huis binnen
gaat vertelt Magdalene dat Walther gefaald heeft bij het proefzingen.
Melancholisch gestemd besluit Eva een bezoek te brengen aan de
schoenmaker Hans Sachs. Hij is voor haar een soort oom en
vertrouwensfiguur, op wie ze zeer gesteld is. Misschien kan ze van hem
meer te weten komen. |
Eva |
|
|
Derde Toneel (2e
akte)
Hans Sachs controleert
of David het atelier goed heeft ingericht en stuurt hem dan naar bed met
de opmerking de domheid weg te slapen om morgen scherp te zijn. Als
Sachs zich aan het aan de nieuwe schoenen voor Sixtus Beckmesser wil
zetten, ruikt hij de heerlijke geur van de vlier voor zijn huis en
verzinkt hij in filosofische mijmeringen.
|
Was
duftet doch der Flieder |
Vierde Toneel (2e
akte)
Eva is bij de
werkplaats van Hans Sachs aangekomen en begroet de Meester. Hans Sachs
is blij verrast haar te zien en vraagt waaraan hij dit bezoek te danken
heeft. Sachs is weduwnaar en Eva vraagt of hij misschien ook meedoet aan
de zangwedstrijd van morgen, Sachs antwoord dat hij te oud is voor Eva.
Eva wil weten hoe het de jonge ridder is vergaan bij het proefzingen,
waarop Sachs laat weten dat de jonge ridder werd afgewezen door de
Meesterzangers. Wie als Meesterzanger wordt geboren vindt geen genade
bij hen die door moeizame studie dit doel bereiken. Dan komt Magdalene
Eva halen, Veit Pogner maakt zich zorgen waar zijn dochter zo laat nog
is. Slecht gehumeurd verlaat ze de schoenmakers-werkplaats. Magdalene
brengt ook nog een boodschap van Beckmesser over; vanavond wil hij een
lied voor Eva zingen.
Vijfde Toneel (2e
akte)
Eva en Magdalene zijn
bij Pogner's huis aangekomen, als Walther plotseling om de hoek komt.
Eva rukt zich los van Magdalene en stort zich in de armen van Walther.
Samen besluiten ze te vluchten in de vrijheid, maar dan komt de
Nachtwacht voorbij om aan te geven dat het 10 uur in de avond is. Snel
verstopt Walther zich achter de Lindeboom voor het huis van Pogner en
Eva gaat het huis in. Even later komt ze in de kleren van Magdalene weer
naar buiten, maar dan verspert Hans Sachs (die het gesprek heeft
afgeluisterd) hun vluchtroute, door het licht wat uit zijn werkplaats op
straat valt.
Zesde Toneel (2e
akte)
Sixtus Beckmesser
verschijnt ten tonele en Walther en Eva zitten in de val. Ze trekken
zich terug in de bosschages bij het huis van Pogner. Beckmesser wil
graag de hand van Eva winnen in de wedstrijd van morgen. Nu Walther,
zijn rivaal, uit de weg is voelt hij zich zeker van zijn zaak en wil
alvast een serenade aan Eva brengen. Hij stelt zich op onder het raam
van Pogner's huis, tegenover de werkplaats van Hans Sachs. Sachs heeft
een plan bedacht en begint op de nieuwe schoenen van Beckmesser te
hameren op het moment dat deze met zijn serenade wil beginnen.
Geagiteerd vraagt hij aan Sachs of hij als kunstvriend niet liever zijn
lied wil horen. Dit
wil Sachs wel, maar hij moet ook de nieuwe schoenen van Beckmesser nog
afmaken. Sachs heeft de oplossing, hij zal als Merker optreden en de
fouten in het lied aangeven met hamerslagen op de schoen. Met tegenzin
gaat Beckmesser akkoord en vangt aan met zijn lied. In het lied zitten
de nodige fouten en tot grote ergernis van Beckmesser slaat Sachs er
lustig op los.
David, op het gezang
van Beckmesser afgekomen, ziet dat hij een serenade zingt bij het huis
van Pogner. In de veronderstelling dat de serenade is bedoeld voor
Magdalene vliegt David hem woedend naar de keel. Door de
middernachtelijke herrie komen alle buren boos naar buiten en reageren
hun frustaties af in een groot gevecht met elkaar. Walther en Eva willen
van de commotie gebruik maken om stiekem weg te glippen, maar hun weg
wordt geblokkeerd door Sachs, die hen in de gaten houdt. Sachs duwt Eva
in de armen van Pogner, die in de deuropening van zijn huis is
verschenen. Zelf neemt hij Walther bij de arm, en drijft hij David zijn
werkplaats in. Wanneer uiteindelijk de Nachtwacht zijn ronde maakt om
het elfde uur om te roepen, wordt het weer rustig en zoekt iedereen zijn
bed op.
|
Nachtwacht |
Naar Boven |
|