|
Tweede Akte
|
|
|
Elisabeth |
Eerste Toneel (2e
akte)
De Zangershal in de
Wartburg. Elisabeth komt de Hal binnen en bezingt haar geluk in
afwachting van de komst van Tannhäuser.
Tweede Toneel (2e
akte)
Wolfram brengt Tannhäuser
bij Elisabeth, die voor haar neerknielt. Elisabeth verteld van
haar wanhoop, toen hij wegging van de Wartburg en haar nieuw gevonden
geluk nu hij is terug gekeerd. Samen loven zij het wonder dat hen weer
heeft samen gebracht. Wolfram, die alles van een afstand heeft
gevolgd, ziet zijn hoop op Elisabeth's liefde vervliegen. Tannhäuser
loopt op Wolfram toe en omarmt hem hartelijk, samen verlaten ze de
Zangershal.
Derde Toneel (2e
akte)
De Landgraaf komt de
Hal binnen en ziet tot zijn vreugde dat Elisabeth na lange tijd weer
te vinden is in de Zangershal, en op het komende zangersfeest aanwezig
zal zijn.
Vierde Toneel (2e
akte)
De edelen en ridders
die aankomen om het grote zangfestijn bij te wonen worden hartelijk
begroet door de Landgraaf en zijn nicht Elisabeth. Wanneer een ieder
zijn plaats in de Zangershal heeft ingenomen komen de minnezangers
naar voren en maken een beleefde buiging naar de aanwezigen. De
Landgraaf kondigt de zangwedstrijd aan, hij vraagt de zangers 'het
wezen van de liefde' te doorgronden. De winnaar mag zelf zijn prijs
bepalen, die hem door Elisabeth zal worden gegeven. Het lot wijst
Wolfram von Eschenbach aan om als eerste te beginnen. Wolfram's lied
blinkt uit in deugdzaamheid, waarin de passionele kant van de liefde
ontbreekt. Van de aanwezigen krijgt hij grote bijval voor zijn lied.
Tannhäuser kan zich niet langer inhouden
en brengt met vuur zijn versie van het 'wezen der liefde' ten gehore.
Deze vurige versie verbijstert de omstanders en Biterolf trekt in
grote verontwaardiging zijn zwaard. Tannhäuser
noemt Biterolf een grimmige wolf, die niet weet wat liefde is. Tannhäuser
echter is bij de Godin van de Liefde, Venus, geweest! Na deze
ontboezeming volgen de andere ridders het voorbeeld van Biterolf en
met getrokken zwaard willen ze Tannhäuser
van het leven beroven. Elisabeth werpt zich met doodsverachting tussen
de zwaarden en Tannhäuser en verkondigt
dat alleen de Hoogste Rechter hem zal oordelen, ook voor hem is de
Verlosser aan het kruis gestorven. De Landgraaf verstoot Tannhäuser
en wijst hem de weg tot zijn mogelijke redding; een boetetocht naar
Rome. Tannhäuser stort zich aan de voeten
van Elisabeth, die hem het leven heeft gered, en kust de zoom van haar
gewaad. In grote opwinding staat hij op en sluit zich aan bij de lange
stoet van pelgrims, die al zingend door het dal trekken, op weg naar
Rome. Elisabeth blijft achter en bidt tot God voor het heil van Tannhäuser.
|
Nach Rom! |
Naar Boven |
|