Derde Akte
Eerste Toneel (3e
akte)
Wolfram komt uit het
woud en nadert het dal waar Elisabeth bidt voor het beeld van de
Heilige Maagd Maria. Als hij Elisabeth ziet, realiseert hij zich dat
de terugkeer van de pelgrims uit Rome aanstaande is, het is al herfst.
In de verte is het gezang van de pelgrims reeds te horen. Elisabeth,
die het gezang ook heeft gehoord, richt zich op en kijkt of Tannhäuser
zich onder de terugkerenden bevindt. De stoet trekt voorbij, maar
Tannhäuser ziet ze niet. Opnieuw richt ze
haar gebed tot de Heilige maagd Maria en bidt of Maria haar tot zich
wil nemen. Elisabeth wil als zuivere maagd tot Maria gaan om genade te
vragen voor Tannhäuser's schuld.
|
|
|
Elisabeth |
Als ze haar ogen
opslaat ziet ze Wolfram, die tot haar genaderd is. Als hij haar wil
aanspreken geeft Elisabeth met een gebaar aan dat hij moet zwijgen,
haar weg voert ten hemel waar haar een hoog ambt te wachten staat.
Langzaam loopt ze, in de invallende schemering, op de Wartburg toe.
Tweede Toneel (3e
akte)
Wolfram blijft
achter. Nadat Elisabeth uit het zicht is verdwenen, pakt hij zijn harp
en brengt een ode aan de Avondster. Wolfram vraagt de Avondster om
Elisabeth te groeten wanneer ze uit het dal opstijgt om een Engel Gods
te worden.
Derde Toneel (3e
akte)
|
|
|
Pelgrimstocht |
Het is nacht
geworden. Tannhäuser betreedt vermoeid
het dal in een gescheurde pelgrimspij. Hij vraagt zich af waar de
treurige harpmuziek vandaan kwam. Wolfram herkent Tannhäuser
en vol van medelijden vraagt hij of Tannhäuser
in Rome was. Tannhäuser verhaalt van zijn
bittere pelgrimstocht. Na vele ontberingen bereikte hij Rome om de
Paus vergeving van zijn zonden te vragen. Toen de Paus hoorde van zijn
verblijf in de Venusberg, werd hij tot in eeuwigheid verdoemd. Net zo
min als de dorre staf van de Paus ooit opnieuw zou bloeien, net zo min
zou Tannhäuser ooit Verlossing vinden. Eén
weg stond Tannhäuser toen nog open; de
weg terug naar Venus.
Venus en haar rijk
worden door een rose nevel langzaam zichtbaar en Venus nodigt de
trouweloze Tannhäuser uit, terug te keren
in haar rijk. Tannhäuser wil naar Venus
maar wordt tegen gehouden door Wolfram. Als Tannhäuser
zich wil losrukken houdt Wolfram hem voor dat een Engel voor zijn
zieleheil heeft gebeden; Elisabeth. Bij het horen van haar naam bijft
Tannhäuser onbeweeglijk staan. Uit het
dal klinkt een lied dat het heengaan van Elisabeth verkondigt. Wolfram
zegt Tannhäuser dat Elisabeth's gebeden
zijn verhoord en dat hij verlost is. Venus heeft Tannhäuser
verloren en verdwijnt.
In het ochtend-rood
wordt een treurstoet zichtbaar, die een open doodskist met het dode
lichaam van Elisabeth met zich meedraagt. Oudere pelgrims lopen
vooraan, de doodskist wordt gedragen door edelen en begeleidt door de
Landgraaf, graven en edelen. Op een teken van Wolfram wordt de
doodskist op de grond geplaatst en Tannhäuser
knielt neer bij de dode Elisabeth. Hij vraagt de Heilige Elisabeth
voor hem te bidden waarop hij sterft.
Jongere pelgrims
trekken het dal binnen. Ze voeren de pauselijke staf met zich mee, die
opnieuw tot bloei is gekomen; 'Heil, het wonder der Genade!'. God is
waarlijk barmhartig en hoog verheven boven al, Halleluja!
|
|
|
Tannhäuser's Ziel gered |
Naar Boven |