Tweede Akte
Eerste Toneel (2e
akte)
Tuin met hoge bomen voor
de kamer van
Isolde, aan de openstaande deur is een brandende fakkel bevestigd. Isolde luistert naar het zich verwijderende hoorngeschal van het jachtgezelschap van Koning Marke. Als het jachtgezelschap ver weg is, wil ze Tristan het teken geven dat het veilig is bij haar te
komen, door de brandende fakkel doven. Brangäne waarschuwt Isolde voor Melot, die zou deze jachtpartij gebruiken als list om Tristan en Isolde te betrappen, en hun verraad aan Koning Marke te tonen.
Brangäne weet dat Melot op de hoogte is van de liefde tussen Tristan en Isolde, en zelf ook verliefd is op
Isolde.
|
Nacht
der Liebe |
Isolde wil niet geloven dat Melot, Tristan's loyale vriend, hen zou verraden. Ze draagt
Brangäne op de brandende fakkel te doven.
Brangäne geeft nu toe dat zij ontrouw aan het gebod van Isolde de liefdesdrank bereidde in plaats van de doodsdrank, om zich nu schuldig te weten aan de diepe smaad die haar Meesteres ten deel zal vallen als ze vanavond Tristan het teken geeft. Isolde berispt haar
naïeve dienstmaagd; Brangäne
handelde niet uit eigener beweging maar slechts in opdracht van 'Frau
Minne'. Terwijl Isolde de fakkel neemt, stuurt ze
Brangäne naar de uitkijk om de wacht te houden. Dan gooit ze de brandende fakkel op de grond, waar deze langzaam dooft. Vol ongeduld wacht ze op de komst van
Tristan.
Tweede Toneel (2e
akte)
Vervuld van verlangen omhelzen de geliefden elkaar. Samen vervloeken ze de dag, die hen gescheiden hield. Ze loven de nacht, die hun samenzijn mogelijk maakt. Tristan trekt met zachte hand Isolde naar zich toe en samen vleien ze zich neer op een bloemenbank. Beiden wensen nooit meer te ontwaken uit deze liefdesdroom.
Brangäne laat vanuit haar uitkijkpost de waarschuwing horen dat de nacht spoedig zal wijken voor de dag, maar de geliefden slaan hier geen acht op. Liever kiezen ze de dood om ongedeeld eeuwig samen te zijn in liefde. Opnieuw waarschuwt Brangäne voor de dageraad, maar Tristan en Isolde blijven in hun extatische
omhelzing.
Derde Toneel (2e
akte)
Dageraad. Kurwenal komt aangestormd met ontbloot zwaard, om Tristan te waarschuwen voor de terugkeer van het jachtgezelschap. Maar het is al te laat; Koning Marke, Melot en de rest van het jachtgezelschap houden stil voor het liefdespaar. Tristan bedekt met zijn mantel Isolde om haar te beschermen tegen de blikken van de gearriveerde mannen. Diep ontsteld en bedroefd over het verraad van zijn trouwste dienaar, richt Marke zich tot Tristan met de vraag: 'Waarom dit verraad?'. Als zijn eigen zoon heeft hij Tristan behandeld. Bovendien was het Tristan zelf, die aandrong op het huwelijk tussen Marke en Isolde.
Tristan kan hem het antwoord niet geven, hij wendt zich naar Isolde en vraagt of zij hem wil volgen naar het nachtelijk land, van waaruit hij ooit door zijn stervende moeder werd gebaard. Isolde antwoordt dat ze het land niet kan mijden, dat de wereld zelf omspant, en vraagt Tristan de weg te wijzen. Tristan buigt zich over Isolde en kust haar zachtjes op het voorhoofd. Melot trekt woedend zijn zwaard om wraak te nemen voor deze smaad, ook Tristan trekt zijn zwaard en dringt op Melot aan.
Tristan laat zich in het zwaard van Melot vallen, en dodelijk verwond
zijgt hij in de armen van Kurwenal ineen.
|
Tag
und Nacht |
Naar Boven |